Hypotheekvormen
Spaarhypotheken
Zekerheid is het sleutelwoord bij een spaarhypotheek. Aan het einde van de looptijd heb je voldoende gespaard om je hypotheekschuld af te lossen.
De kenmerken
- Er is geen verplichte aflossing tijdens de looptijd.
- Je hebt vaste maandelijkse lasten. Die bestaan uit rente en premie.
- Het spaardeel van de premie kan belastingvrij renderen in box I.
- Je profiteert maximaal van de fiscale mogelijkheden.
- Aan het einde van de looptijd wordt de hypotheek gegarandeerd afgelost.
- De hypotheekrente bepaalt het (gegarandeerde) rendement van de spaarpremie.
- Het overlijdensrisico is tegen een vaste premie verzekerd.
- De combinatie hypotheekverstrekker/ verzekeraar ligt vast.
- De uitkering van de gespaarde premies is belastingvrij mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Bankspaarhypotheek
Op 1 januari 2008 is de mogelijkheid van banksparen toegevoegd aan het scala van hypotheekaflosvormen. Sinds deze datum is het mogelijk een kapitaal op te bouwen via een (geblokkeerde) spaar- of beleggingsrekening, het zogenaamde banksparen.
De kenmerken:
- Er is geen verplichte aflossing tijdens de looptijd.
- Je hebt vaste maandelijkse lasten, bestaande uit rente èn inleg op een bankspaarrekening.
- Tijdens de looptijd kan de inleg belastingvrij renderen in box1. Daarnaast is tevens het eindsaldo van de rekening belastingvrij mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet.
- Aan het einde van de looptijd wordt de hypotheek (gedeeltelijk) afgelost met het saldo van de rekening.
- Het overlijdensrisico kan niet binnen de rekening verzekerd worden. Het is dan ook aan te bevelen om een losse (dalende) overlijdensrisicoverzekering te sluiten bij een verzekeraar naar keuze.
- De combinatie hypotheekverstrekker/rekeninghouder ligt vast.
Spaarrekening Eigen Woning (SEW)
Voor de spaarvariant (SEW) binnen de bankspaarhypotheek zijn over het algemeen dezelfde product kenmerken van toepassing als bij spaarhypotheken. De rentevergoeding is (veelal) gelijk aan de verschuldigde hypotheekrente waardoor een vermogen wordt opgebouwd op basis van een gegarandeerd rendement. Met de uitkering wordt aan het einde van de looptijd de hypotheek (gedeeltelijk) afgelost. Het voornaamste verschil met een spaarhypotheek is dat er standaard geen overlijdensrisicoverzekering aan de rekening gekoppeld is, waardoor bij overlijden een risico op een restschuld bestaat. Het is uiteraard wel mogelijk om los een aanvullende overlijdensrisicoverzekering te sluiten bij een verzekeraar naar keuze. Je adviseur kan je meer vertellen over dit soort verzekeringen.
Wat is een lineaire hypotheek?
Een lineaire hypotheek is een hypotheek waarbij je gedurende de looptijd elke maand hetzelfde bedrag aflost. Je lost je lineaire hypotheek dus gelijkmatig af. Het bedrag dat je aflost, hangt af van de hoogte van de hoofdsom en de looptijd van de hypotheek.
Je hypotheekschuld neemt elke maand af. Hierdoor neemt de hypotheekrente die je moet betalen gedurende de looptijd ook af. De rente betaal je namelijk over de resterende schuld. Omdat de hypotheek steeds kleiner wordt, hoef je dus ook steeds minder rente te betalen. Dit betekent ook dat je fiscale voordeel gedurende de looptijd daalt. In het begin heb je veel renteaftrek, later minder.
Kernmerken:
- De hypotheek heeft een vaste einddatum
- Tijdens de looptijd los je elke maand hetzelfde bedrag af
- Je hebt zekerheid dat je de hypotheek aflost
- Aflossing en rente (bruto maandlast) zijn in het begin hoog en op het eind laag
De naam zegt het al: bij deze hypotheekvorm wordt in principe niet afgelost. Hierdoor heb je lagere maandlasten. Je betaalt immers alleen rente over de hypotheekschuld en geen premie om vermogen op te bouwen.
De kenmerken
- Je betaalt geen aflossing, alleen hypotheekrente.
- Je profiteert maximaal van de fiscale mogelijkheden.
- Je gebruikt niet de kapitaalvrijstelling in Box I.
- Het leenbedrag kan meestal niet hoger zijn dan een bepaald percentage van de executiewaarde van je huis, tenzij je een combinatie maakt met een andere hypotheekvorm.
- Soms is een overlijdensrisicoverzekering verplicht.
- Wil je toch aflossen, dan kun je meestal maximaal 10% van de oorspronkelijke hoofdsom per jaar aflossen.